Blog
In de zorg moeten zorgverleners met enig regelmaat rekenen. Hierbij moet je denken aan zuurstof, medicatie, etc.
Hieronder een aantal formules dat een zorgverlener gebruikt om te rekenen:
ml-cl-dl-l
Ga je van ml naar cl dan moet je delen door 10.
Ga je van cl naar ml dan is het keer 10.
Gram- miligram-microgram-nanogram.
Ga je van gram naar milligram dan moet je het keer 1000 doen.
Is het van milligram naar gram dan is het delen door 1000.
Oplossing.
Als er een oplossing is van 1:5 betekend dit dat 1 deel opgeloste stof gedeelt is op 5 oplosmiddel.
Je rekent het dus als volgt uit 1+5=6.
Dit betekend dat je het moet delen door 6.
Als je werkt met procenten dan betekent dit dat %= 100ml
Dit houdt in dat als er staat 1%=100ml. Dit betekend dat er 1ml werkzame stof per 100ml is.
Vloeistof= 1% = 1ml
Vaste stof = 1% = 1gram.
Als je gaat terugrekenen naar procenten dan moet je het volgende doen:
700ml moet je terug rekenen naar 100ml. Dus deel je het door 7.
700:7=100.
Hierna doe je de 35 gram ook delen door 7 en dat is 5
35:7=5.
Dit betekend dat er 5% oplossing is op 100ml.
Dosering.
Aantal eenheden x aantal lichaamsgewicht.
Zuurstof.
1 atmosfeer = 1 bar.
Druk (bar) x inhoud volume (inhoud zuurstoffles) = hoeveelheid zuurstof.
Zuurstof : liters per minuut = tijd.
Maximaal 200 atmosfeer per 1 Liter zuurstof.